Wel of niet interveniëren in Syrië?

Het geweld in Syrië beheerst al tijden het nieuws. Sinds het geweld in 2011 losbarstte is het land niet uit de kranten verdwenen. Maar sinds kort heerst er in het Westen het besef dat we toch in ieder geval na moeten gaan denken over het inzetten van militairen om het geweld te stoppen.

Het (vermoedelijke) gebruik van gifgas (door president Assad) heeft ertoe geleid dat er bij veel burgers, waaronder belangrijke politici, de drang is ontstaan om militair te interveniëren in Syrië. Maar wat zijn de voor- en nadelen van een interventie? Op welke manier zou er geïntervenieerd moeten worden?

Soort interventie

Er zijn veel verschillende soorten interventies mogelijk. Toch lijkt het uitgesloten dat er grondtroepen gestuurd gaan worden. De VS, die het hardste aandringt op een interventie, lijkt geleerd te hebben van Irak.

Als er geen grondtroepen ingezet gaan worden dan is een bombardement de meest voor de hand liggende optie. Maar zal er dan gekozen worden voor een ‘kort’ bombardement van een week of drie of zal er gekozen worden voor langdurig bombardement? De VS heeft al aangegeven een korte interventie te prefereren. Een kort bombardement is op dit moment dus de meest waarschijnlijke interventie.

Voor- en nadelen

De belangrijkste voorwaarde voor een interventie moet zijn dat deze de situatie verbeterd. Een militaire interventie moet als doel hebben het geweld te stoppen, of in ieder geval te verminderen.

Een korte interventie zal ervoor moeten zorgen dat Assad ten val wordt gebracht. Wordt Assad niet ten val gebracht, dan zal hij dat uitleggen als een overwinning op het Westen en zal hij genadeloos de rest van de rebellen te lijf kunnen gaan.

Maar als Assad wel ten val gebracht wordt, dan moeten we er zeker van kunnen zijn dat de situatie ook daadwerkelijk beter wordt. Ten eerste zullen de rebellen ervan weerhouden moeten worden wraakacties te zullen plegen. De rebellen hebben al verschillende keren aangegeven dat zij wraakacties uit zullen voeren in gebieden waar de bevolking pro-Assad is.

Ten tweede is het onmogelijk om in Syrië te interveniëren zonder te bedenken wie de leiding over moet nemen. We willen dat Assad aftreed en dat er een nieuw bestuur komt, maar wie dat dan moet zijn is niet duidelijk. Er zijn zeven strijdende partijen in Syrië. Wie willen we daarvan aan de macht? Is het aan ons om te besluiten wie er aan de macht komt? Dit zijn vragen die we onszelf als Westen moeten stellen voordat we besluiten militaire acties uit te voeren.

Niet interveniëren misschien beter voor Syriërs

Er wordt vaak besloten om te interveniëren vanuit utilitaristisch oogpunt: we vermoorden een aantal mensen zodat heel veel andere mensen blijven leven. Dat is een begrijpelijke argumentatie, maar deze geldt niet per definitie voor elke interventie. Het risico dat er ook na de interventie veel slachtoffers vallen is groot in het geval van Syrië. Assad kan aan de macht blijven en doorgaan met het uitroeien van zijn eigen volk, de rebellen kunnen voorstanders van Assad uitmoorden en de rebellen kunnen elkaar te lijf gaan. Om nog maar te zwijgen over een mogelijke Syrische aanval op Israël als reactie op een Westerse interventie.

Misschien is niet interveniëren beter voor de Syrische bevolking, dan wel interveniëren. Hoe pijnlijk dat ook is. We willen allemaal dat het geweld stopt, maar we moeten niet met bommen gaan gooien zodat we “in ieder geval IETS doen”. Als we iets doen dan moeten we iets goeds doen.